Het antwoord is neen.
Artikel 406 Strafwetboek stelt duidelijk:
“[Met [opsluiting van vijf jaar tot tien jaar] wordt gestraft hij die kwaadwillig het verkeer op de spoorweg, de weg, de binnenwateren of op zee belemmert door enige handeling die een aanslag uitmaakt op de verkeerswegen, de kunstwerken of het materieel, of door enige andere handeling die het verkeer met of het gebruik van vervoermiddelen gevaarlijk kan maken of die ongevallen kan veroorzaken bij het gebruik van of het verkeer met die vervoermiddelen.
Buiten de gevallen van het vorige lid wordt met gevangenisstraf van acht dagen tot drie maanden, en met geldboete van zesentwintig [euro] tot duizend [euro] gestraft hij die kwaadwillig het verkeer op de spoorweg, de weg, de binnenwateren of op zee belemmert door enig voorwerp dat een belemmering voor het verkeer met of voor het gebruik van vervoermiddelen uitmaakt.
Met gevangenisstraf van acht dagen tot twee maanden en met geldboete van zesentwintig [euro] tot vijfhonderd [euro] wordt gestraft hij die, door enige andere handeling, kwaadwillig het verkeer dat gaande is op de spoorweg of op de weg, belet.]”
De politie staat hierbij niet boven de wet. Het belemmeren van een (water) weg staat immers gelijk aan een strafrechtelijke inbreuk.
In normale omstandigheden zou de politie dergelijke blokkades moeten opheffen, wanneer de politie zélf aan de basis ligt van dergelijke blokkades, dient de rechterlijke macht (op verzoek van een belanghebbende partij) tussen te komen.
Waar de burger geacht wordt respect en eerbied te hebben ten aanzien van de ordediensten, en de politie in het bijzonder, mag van de politie eenzelfde respect verwacht worden naar de burger. Het eenzijdig blokkeren van wegen, het houden van prikacties in luchthavens, … mag er niet toe leiden dat de burger het slachtoffer wordt van falende onderhandelingen tussen politiediensten en overheid, noch mag het ertoe leiden dat de economie wordt getroffen.
Wanneer dergelijke acties worden aangekondigd én tot bovenmatige hinder aanleiding geven, beschikt iedere belanghebbende (in casu iedere ondernemer, reiziger, pendelaar, …) over een recht dergelijke handelingen een halt toe te roepen door een eenzijdig verzoekschrift in te dienen bij de rechtbank om desgevallend onder verbeurte van een dwangsom dergelijke acties stop te zetten. Een eenzijdig verzoekschrift is het meest efficiënte middel om op snelle en efficiënte wijze dergelijke feitelijkheden een halt toe te roepen. Dat op dat ogenblik de partijen nog niet geïdentificeerd kunnen worden, is minder belangrijk.
De bevoegde rechter in dergelijke gevallen betreft de Voorzitter van de Rechtbank van Eerste Aanleg waar de inbreuk zich voordoet / zal voordoen.
De burger kan zich – gesterkt door onder meer het Antwerpse Hof van Beroep én het Hof van Cassatie – wel degelijk wapenen tegen het stakingsrecht wanneer het verkeer op de openbare weg (kwaadwillig) wordt belemmerd (door handelingen die het verkeer gevaarlijk maken of die ongevallen kunnen veroorzaken).
Indien u meer informatie, kan u altijd contact met ons opnemen via onderstaande gegevens:
christophevanmechelen@vandoosselaere.be
03.203.40.00